Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op

Feedback op de punten die het Europees Parlement aanvoert in zijn resolutie over het Jaarverslag 2022 van de ECB

Deze feedbackverklaring wordt gepubliceerd ter gelegenheid van de presentatie van het Jaarverslag 2023 van de ECB aan het Europees Parlement. Het bevat antwoorden op de kwesties die aan de orde zijn gesteld en op verzoeken die het Europees Parlement heeft geformuleerd in zijn resolutie over het ECB-jaarverslag van het voorgaande jaar.[1] De verklaring is ingedeeld naar onderwerp. Doel ervan is het beleid van de ECB beter toe te lichten en de dialoog met het Europees Parlement en het publiek over de belangrijkste door de leden van het Europees Parlement aan de orde gestelde kwesties te bevorderen.[2] De ECB publiceert deze feedbackverklaringen sinds 2016, op voorstel van het Europees Parlement.

1 Monetair beleid en economische ontwikkelingen

Wat betreft het verzoek om alle nodige maatregelen te nemen om de inflatie te verlagen, overeenkomstig haar mandaat, is de ECB vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie tijdig terugkeert naar haar doelstelling van 2% op middellange termijn. De ECB heeft daartoe verschillende stappen gezet. Als belangrijkste heeft ze de beleidsrentes tussen juli 2022 en september 2023 met maar liefst 450 basispunten verhoogd. De ECB was in december 2021 al gestart met de normalisering van haar monetair beleid, door de afbouw van een deel van haar activa-aankopen aan te kondigen. De in de eerste helft van 2022 binnengekomen informatie, die werd gekenmerkt door een uitzonderlijke mate van onzekerheid, bevestigde geleidelijk dat de inflatie waarschijnlijk langer te hoog zou blijven dan aanvankelijk verwacht. Sindsdien heeft de ECB de beleidsrentes met een ongekende snelheid en omvang verhoogd. In elk geval zou een eerdere start van de cyclus van renteverhogingen waarschijnlijk slechts een beperkte invloed hebben gehad op de inflatie op korte en langere termijn. De economische en financiële omstandigheden verschillen van de ene economische regio tot de andere. Er moet dan ook behoedzaam worden omgesprongen met vergelijkingen met monetairbeleidsreacties in andere rechtsgebieden, met name de Verenigde Staten. De toekomstige besluiten van de Raad van Bestuur zullen ervoor zorgen dat de beleidsrentes zo lang als nodig worden vastgesteld op een niveau dat restrictief genoeg is, aan de hand van een op data gebaseerde benadering. Door de inflatie stabiel te houden op de doelstelling van 2% op middellange termijn draagt het monetair beleid van de ECB bij tot duurzame economische groei en werkgelegenheidscreatie. Bovendien helpt een op prijsstabiliteit gericht monetair beleid de ongelijkheid te beperken die wordt aangewakkerd door de hoge inflatie. Huishoudens met een lager inkomen worden doorgaans meer geraakt door inflatie, omdat ze een groter deel van hun inkomen uitgeven en geringere financiële buffers hebben.

Wat betreft de bezorgdheid over tweederonde-effecten, de ontankering van de inflatieverwachtingen en een mogelijke loon-prijsspiraal, blijkt uit recente gegevens dat het risico dat dergelijke effecten zich zullen voordoen is afgenomen en beperkt blijft. Recente gegevens wijzen op aanhoudende desinflatie en een nakende vertraging van de loongroei. Loononderhandelingen gericht op inflatiecompensatie hebben geleid tot een aantal tweederonde-effecten, maar niet tot een zichzelf versterkende spiraal. Een dergelijk risico neemt natuurlijk toe met de duur van en de mate waarin de inflatie afwijkt van de doelstelling van 2%. Maar de inflatie is sterk gedaald en zal naar verwachting medio 2025 de doelstelling bereiken. Dit is ten dele te verklaren door de krachtige monetairbeleidsmaatregelen van de ECB. Bij de beoordeling van haar monetairbeleidskoers blijft de ECB de doorwerking van de inflatie in alle relevante reële en nominale variabelen volgen, om ervoor te zorgen dat de inflatie tijdig terugkeert naar de doelstelling van 2% op middellange termijn. Zowel de inflatieverwachtingen op lange termijn van professionele voorspellers als de op de markt gebaseerde indicatoren zijn verankerd gebleven rond de inflatiedoelstelling van 2%, terwijl de consumentenverwachtingen enigszins hoger zijn. De ECB blijft deze ontwikkelingen nauwlettend volgen.

Wat het verzoek betreft om meer informatie te verstrekken over het toezicht op en de vaststelling van de neutrale rentevoet: een dergelijke rentevoet is niet waarneembaar en de raming ervan gaat gepaard met tal van problemen op het gebied van meting en modelspecificatie. De neutrale rente wordt gedefinieerd als de rente die noch expansief, noch verkrappend is. ECB-medewerkers gebruiken een reeks ramingen om het niveau van en de ontwikkelingen in de neutrale rente te meten. De conjuncturele maatstaven van de neutrale rente in het eurogebied lijken sinds de coronapandemie te zijn toegenomen. De langzaam evoluerende ramingen op basis van economische trends op lange termijn zijn echter waarschijnlijk niet veel gestegen, aangezien er geen veranderingen zijn in structurele economische factoren (productiviteitsgroei, demografie en risicoaversie). Eerder dit jaar publiceerden medewerkers van de ECB meer informatie over het gebruik en de beperkingen van de neutrale rentevoet.[3] Hierbij wordt opgemerkt dat centrale banken de neutrale rente alleen ramen en niet vaststellen.

Wat betreft de term ‘middellange termijn’ bij de inflatiedoelstelling en het verzoek om met betrekking tot prijsstabiliteit een meer kwalitatieve benadering te volgen, bestaat er geen nauwkeurige cijfermatige ex-ante definitie van ‘middellange termijn’, terwijl een nauwkeurige cijfermatige doelstelling voor de totale inflatie van essentieel belang is voor het verankeren van de inflatieverwachtingen. Dit werd bijvoorbeeld toegelicht in de vorige feedbackverklaring van de ECB.[4] Door de oriëntatie op middellange termijn kunnen onvermijdelijke kortetermijnafwijkingen van de inflatie ten opzichte van de doelstelling van 2% bestaan. Zo kan ook rekening gehouden worden met vertragingen en variabiliteit in de transmissie van het monetair beleid naar de economie en de inflatie. De duur van de middellange termijn varieert afhankelijk van omstandigheden zoals de oorsprong, omvang en persistentie van de afwijking van de inflatie ten opzichte van de doelstelling. Wat de definitie van de inflatiedoelstelling betreft, zijn we in de strategische evaluatie van 2021 tot de conclusie gekomen dat prijsstabiliteit het best kan worden gehandhaafd door een symmetrische inflatiedoelstelling van 2% op middellange termijn na te streven.[5] Een dergelijke kwantitatieve doelstelling biedt een duidelijk houvast voor de inflatieverwachtingen, wat van essentieel belang is om de prijsstabiliteit te handhaven. Ondanks de recente periode van zeer hoge inflatie zijn de meeste inflatieverwachtingen immers grotendeels verankerd gebleven rond 2%. Hieruit blijkt dat de doelstelling van de ECB goed begrepen wordt en geloofwaardig is.

Wat betreft het verzoek om de modellen van de ECB en de rol die deze spelen bij de uitwerking van het monetair beleid grondig te herzien en te verbeteren, moet worden benadrukt dat de ECB haar modellen voortdurend herziet en actualiseert.[6] De ECB hanteert voor haar projecties een brede waaier aan modellen. In deze modellen gebruiken we informatie uit empirische patronen die in de data zijn waargenomen, aangevuld met oordeelsvorming en risicoanalyses. Deze aanpak geldt al 25 jaar bij de ECB. Het is een solide manier gebleken om aanvullende alternatieve instrumenten te combineren die flexibel kunnen worden aangepast om onvoorziene gebeurtenissen en nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden. Na de wereldwijde financiële crisis werden de instrumenten van de ECB bijvoorbeeld prompt uitgebreid met buitengewone monetairbeleidsmaatregelen. De ECB heeft ook haar modellen aangepast en verbetert deze voortdurend om klimaatrisico’s beter mee te nemen. Zo kan de ECB bijvoorbeeld de invloed van acute temperatuurveranderingen of de effecten van CO2-belasting op de middellange termijn in kaart brengen. Ook zijn de modellen bijtijds herzien en uitgebreid om de uitzonderlijke gebeurtenissen en ontwikkelingen in kaart te brengen die zich sinds 2020 voordoen. Zo hebben we rekening gehouden met epidemiologische factoren tijdens de pandemie en hebben we een uitsplitsing van de energiesector en productiestructuren ingevoerd na de uitbraak van de Russische oorlog tegen Oekraïne. De historisch gezien ongekende schokken van de afgelopen jaren hebben onvermijdelijk geleid tot grotere voorspellingsfouten bij alle instellingen.[7] De ECB zal haar modellen verder herzien als duidelijk wordt of deze schokken de structuur van de economie fundamenteel hebben veranderd. Tot dan is de meest robuuste manier om met onzekerheid om te gaan nog steeds het gebruik van een reeks modellen.

Met betrekking tot het verzoek om de vraag/aanbod-determinanten van de inflatie aan een analyse te onderwerpen, heeft de ECB uitgebreide analyses verricht.[8] Studies duiden erop dat de recente stijging van de inflatie aanvankelijk vooral werd veroorzaakt door aanbodfactoren. Daarbij ging het voornamelijk om ontwikkelingen op de energiemarkten. Andere factoren waren de ontwikkeling van de grondstoffenprijzen, de effecten van knelpunten in de mondiale toeleveringsketens en tekorten aan arbeidskrachten als gevolg van de pandemie. In de loop van de tijd zijn de aanbodschokken echter afgenomen en is het relatieve belang van vraagfactoren toegenomen. Dit geldt met name voor de dienstensector, waarin inhaalvraag aanleiding gaf tot sterke prijsstijgingen na de opheffing van de coronabeperkingen (bijvoorbeeld in de branches recreatie en reizen).

2 Financiële stabiliteit

Wat betreft het verzoek om de situatie van niet-renderende leningen (non-performing loans – NPL’s) in de gaten te houden, vormt het monitoren van de kwaliteit van de bancaire activa een integraal onderdeel van de reguliere beoordelingen van de financiële stabiliteit door de ECB. Financiële stabiliteit is een eerste vereiste voor prijsstabiliteit. Met name zwakke activakwaliteit kan het intermediatievermogen van banken ondermijnen en schadelijk zijn voor de financiële stabiliteit. De ECB presenteert haar beoordelingen van de financiële stabiliteit in haar halfjaarlijkse Financial Stability Review, waarin onder meer de ontwikkelingen van de activakwaliteit worden geanalyseerd. In de editie van november 2023 wordt geconcludeerd dat hogere rente- en aflossingskosten een steeds grotere uitdaging vormen voor bedrijven, huishoudens en overheden met schulden, hoewel de gevolgen van krappere financiële voorwaarden nog niet volledig voelbaar zijn.[9] Ook wordt vermeld dat de NPL-ratio’s van banken na de instelling van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (SSM) jarenlang zijn afgenomen. In de eerste helft van 2023 hebben deze ratio’s zich dicht bij het laagste punt in meerdere jaren gestabiliseerd, terwijl zich op sommige kredietportefeuilles de eerste tekenen van stijgende verliezen aftekenen.[10] ECB-medewerkers blijven beleidsontwikkelingen analyseren en advies uitbrengen over maatregelen om NPL’s aan te pakken vanuit een macroprudentieel perspectief. Dit vormt een aanvulling op het werk van het SSM, dat vanuit een microprudentiële invalshoek te werk gaat.

3 Klimaatoverwegingen in het monetair beleid

Wat betreft de beoordeling van de effecten van de klimaatverandering op haar vermogen om de prijsstabiliteit te handhaven, gaat de ECB door met het integreren van klimaataspecten in de macro-economische projecties van haar medewerkers en breidt ze haar belangrijkste macro-economische modellen uit om rekening te houden met klimaatmaatregelen. Op die manier kan de ECB verschillende risico’s beoordelen. Enerzijds analyseert ze de fysieke risico’s van een veranderend klimaat en verschralende ecosystemen. Anderzijds onderzoekt ze de transitierisico’s van de overgang naar een CO2-neutrale economie of van wijzigingen in de regelgeving die de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen beperken. Op het vlak van de fysieke risico’s blijft de ECB de impact van extreme weersomstandigheden op de inflatie inschatten.[11] De ECB past innovatieve modelleringstechnieken toe om ook te onderzoeken hoe deze effecten kunnen worden meegenomen in macro-economische projecties. Daarnaast werkt de ECB aan de aanpassing van structurele modellen en tijdreeksinstrumenten om het effect van acute en samengestelde fysieke klimaatrisico’s op de inflatie en de reële economie te beoordelen. Deze moeten op geaggregeerd en sectoraal niveau worden beoordeeld. Wat transitierisico’s betreft, wil de ECB ervoor zorgen dat ze de macro-economische effecten van transitiemaatregelen inzake klimaatverandering met behulp van geavanceerde modellen kan analyseren. Zulke modellen kunnen bijvoorbeeld het effect van groene discretionaire begrotingsmaatregelen op de groei en de inflatie op korte termijn meten, en het effect van het EU-beleid op middellange termijn.[12] Dankzij dergelijke analyses kan de ECB de impact van klimaatmaatregelen beter integreren in macro-economische en budgettaire projecties van medewerkers en in macro-economische modellen. In het nieuwe klimaat- en natuurplan 2024-2025 geeft de ECB aan dat ze verder onderzoekt op welke andere manieren natuurgerelateerde risico’s onze economie en het financiële stelsel raken.[13] Dit zal verder bijdragen tot een beter begrip van de mogelijke gevolgen van zowel klimaatverandering als natuurdegradatie voor de prijsstabiliteit.

Wat betreft het verzoek om, met inachtneming van marktneutraliteit, marktfalen aan te pakken, blijft de ECB zich houden aan het verdragsbeginsel van ‘een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd’. Marktneutraliteit is een operationeel instrument, veeleer dan een wettelijk vereiste, dat ertoe kan bijdragen dat de interventies van de ECB op de markt voldoen aan het beginsel van de open markteconomie. De ECB kan in gerechtvaardigde gevallen afwijken van marktneutraliteit, om te voldoen aan de doelstellingen van de ECB en aan de desbetreffende verdragsbeginselen. Zo heeft de Raad van Bestuur, in overeenstemming met de klimaatroutekaart 2021[14] van de ECB, besloten vanaf 1 oktober 2022 bij de herbelegging van aflossingen in de portefeuille van bedrijfsobligaties meer obligaties te gaan aanhouden van emittenten met betere klimaatprestaties. Dit was nodig om de CO2-vertekening in de bedrijfsobligatieportefeuille en de daaruit voortvloeiende accumulatie van klimaatrisico’s op de balans van het Eurosysteem tegen te gaan. Hierdoor kon de ECB ook rekening houden met haar secundaire doelstelling. De resultaten tot nu toe zijn veelbelovend. De gewogen gemiddelde CO2-intensiteit van de aankopen van bedrijfsobligaties door de ECB daalde in het eerste jaar na de heroriëntatie van onze herinvesteringen, d.w.z. van oktober 2022 tot en met oktober 2023, met meer dan 65%. De ECB verwacht dat de decarbonisatie van haar bedrijfsportefeuilles gedurende heel 2024 doorgaat in een tempo dat de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs ondersteunt.

Wat betreft gerichte langerlopende groene herfinancieringstransacties of soortgelijke instrumenten: binnen zijn mandaat, verbindt de Raad van Bestuur zich ertoe zijn instrumenten geregeld te evalueren in het licht van zijn secundaire doelstelling, zonder afbreuk te doen aan prijsstabiliteit. Bij de strategische evaluatie van 2021 nam de ECB herfinancieringstransacties met een groene doelstelling in overweging. Dergelijke transacties zouden banken ertoe aanzetten meer groene kredieten te verstrekken, bijvoorbeeld door hen een rentekorting toe te staan. De evaluatie bracht echter aanzienlijke uitdagingen aan het licht die nog steeds bestaan. Die hebben te maken met gegevensdekking en ‑kwaliteit, definities van passende criteria voor groene doelstellingen, en controleprocedures en -mogelijkheden. Recente evaluaties van andere maatregelen in het kader van het klimaat- en natuurplan hebben geleid tot een sterkere klimaatoriëntatie bij de aankoop van bedrijfsobligaties. Bovendien zijn we tot de conclusie gekomen dat de surpluspercentages op onderpand voldoende bescherming boden tegen financiële klimaatrisico’s.[15] De ECB blijft werken aan de implementatie van een maatregel ter beperking van het aandeel activa uitgegeven door entiteiten met een grote koolstofvoetafdruk die als onderpand kunnen worden verstrekt wanneer banken leningen van het Eurosysteem aanvragen. Voorts zal de ECB binnen haar mandaat nagaan of het wenselijk is om klimaatoverwegingen verder te integreren in monetairbeleidsinstrumenten en -portefeuilles. Deze toezegging komt ook tot uiting in de onlangs goedgekeurde wijzigingen in ons operationele raamwerk voor de implementatie van het monetair beleid.[16]

Wat betreft de werkzaamheden van de ECB met betrekking tot klimaatrisicostresstests, zal de ECB op dit gebied een actieve rol blijven spelen. De ECB heeft haar kennis van het gebruik van scenarioanalyses om de financiële risico’s van klimaatverandering te beoordelen verder verdiept. Zo heeft de ECB een werkstroom over scenario-ontwerp en -analyse geleid binnen het netwerk voor vergroening van het financiële stelsel (Network for Greening the Financial System – NGFS).[17] De klimaatstresstests van de ECB beoordelen de weerbaarheid tegen transitierisico’s en fysieke risico’s. Deze stresstests worden uitgevoerd voor niet-financiële ondernemingen en banken in het eurogebied, evenals voor de eigen balans van het Eurosysteem. Ze zijn gebaseerd op een combinatie van de macro-economische projecties en scenario’s die door het NGFS zijn ontwikkeld, waarbij een reeks aannames voor het toekomstige klimaatbeleid wordt gehanteerd. Uit de tweede top-downklimaatstresstest van de ECB voor de hele economie bleek dat onmiddellijk en vastberaden handelen aanzienlijke voordelen zou opleveren voor de economie en het financiële stelsel van het eurogebied. Dit zou niet alleen het optimale traject naar klimaatneutraliteit in stand houden, waardoor de fysieke impact van klimaatverandering op lange termijn wordt beperkt, maar ook het financiële risico indammen.[18] In dit scenario zou het risico voor de financiële stabiliteit beperkt blijven, op voorwaarde dat bedrijven en huishoudens hun groene investeringen op ordelijke wijze kunnen financieren. Daarnaast neemt de ECB momenteel deel aan een Fit-for-55-klimaatstresstest, samen met de Europese toezichthoudende autoriteit en het Europees Comité voor systeemrisico’s. Het doel is om de weerbaarheid van de financiële sector te beoordelen in lijn met het Fit-for-55-pakket. Deze eenmalige test zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2025 zijn afgerond. De nadruk ligt op het financiële stelsel van de EU als geheel, waarvan de veerkracht wordt beoordeeld op basis van een basisscenario en twee ongunstige scenario’s die in 2030 aflopen.

Wat betreft het verzoek in de resolutie om elk vermoeden van ideologische vooringenomenheid aan te pakken, met name wat betreft het klimaatbeleid: de ECB koestert de verscheidenheid van denken, voert haar activiteiten op feitelijke basis uit en zal blijven handelen in overeenstemming met de bevoegdheden die haar in de Verdragen zijn toegedeeld. Diversiteit en inclusie zijn diep verankerd in de werkcultuur van de ECB. De ECB zet zich in voor het bevorderen van een inclusieve werkomgeving zonder enige vorm van discriminatie. Deze visie wordt uiteengezet in het handvest voor diversiteit en inclusie tussen instellingen.[19] In het handvest wordt gewezen op de inzet van de ECB voor het bevorderen van een werkomgeving op basis van respect en waardigheid, maar ook op het feit dat diverse en inclusieve werkplekken de prestaties en veerkracht van organisaties verbeteren. De werkzaamheden van de ECB op het gebied van monetair beleid zijn gebaseerd op de hoofddoelstelling van prijsstabiliteit. Daartoe dient de ECB klimaat- en natuurrisico’s mee te nemen in de mate die nodig is voor het handhaven van de prijsstabiliteit en de uitvoering van haar monetair beleid. Bovendien is de ECB op grond van haar secundaire doelstelling en onverminderd haar hoofddoel, verplicht het algemene economische beleid in de Unie te ondersteunen teneinde bij te dragen tot de doelstellingen van de Unie. De ECB is vastbesloten haar rol te spelen binnen haar mandaat en overeenkomstig de EU-wetgeving. De instellingen die bevoegd zijn om deze algemene beleidsmaatregelen vast te stellen, hebben benadrukt dat de aanpak van de klimaatverandering ook een prioriteit is van het economisch beleid van de Unie.

4 Digitale euro

Met betrekking tot de verklaring dat een digitale euro contant geld niet mag vervangen, de privacy van burgers en bedrijven moet respecteren en de financiële stabiliteit niet in gevaar mag brengen, herhaalt de ECB dat ze vastbesloten is contant geld te blijven verstrekken en een digitale euro te ontwerpen met een hoge mate van privacy en waarborgen om de transmissie van het monetair beleid en de financiële stabiliteit te beschermen. De ECB verwelkomt de wetsvoorstellen van de Europese Commissie in het kader van het Pakket voor de gemeenschappelijke munt. De goedkeuring van deze voorstellen zou betekenen dat er in een steeds digitalere wereld altijd een publieke betaalmogelijkheid beschikbaar blijft, zowel contant als digitaal.[20] Een digitale euro zou contant geld aanvullen, maar niet vervangen, en naast contant geld bestaan, als antwoord op de toenemende vraag van consumenten naar digitaal, snel en veilig betalen.[21] De digitale euro zou een elektronische vorm van contant geld zijn, en de kenmerken van contant geld het digitale tijdperk binnen brengen. De privacy zou beter beschermd zijn dan bij andere digitale betalingsmethoden, met een aantal waarborgen om de transmissie van het monetair beleid en de financiële stabiliteit te beschermen.[22] Er zou met name geen vergoeding zijn voor aangehouden digitale euro’s en er zouden grenzen worden gesteld aan het bedrag aan digitale euro’s dat particulieren kunnen aanhouden. De ECB zal met banken en andere marktpartijen in overleg treden om de analytische methodiek vast te stellen om een maximumtegoed te bepalen.

Wat betreft de opmerking dat de invoering van de digitale euro afhangt van een besluit van het Europees Parlement en de Raad in hun rol van medewetgevers, bevestigt de ECB dat een eventueel besluit van de Raad van Bestuur om een digitale euro uit te geven pas na de vaststelling van een dergelijke wetgevingshandeling zou worden genomen. Brede politieke steun voor een digitale euro is voor het Eurosysteem van cruciaal belang bij de beslissing om al dan niet een digitale euro uit te geven. De ECB blijft intensief contact houden met Europese instellingen en autoriteiten over het project voor de digitale euro. Dat zal onder meer gebeuren bij regelmatige openbare optredens in de Commissie economische en monetaire zaken van het Europees Parlement (ECON), ook nadat de wetgevingsbesprekingen zijn afgerond. In het voorstel van de Commissie over een digitale euro wordt namelijk bepaald dat de ECB regelmatig verslag zou uitbrengen over de ontwikkeling van een digitale euro. Voorts staat de ECB klaar om technische input te leveren ter ondersteuning van de wetgevingswerkzaamheden en bij te dragen aan een tijdige vaststelling van de verordening.

5 Crypto’s en cyberbeveiliging

Wat het risico op cyberaanvallen betreft, wijst de ECB erop dat ze zeer alert blijft op mogelijke cyberaanvallen, dat ze mogelijke bedreigingen nauwlettend in de gaten houdt en haar beschermingsmaatregelen waar nodig aanpast, in nauwe samenwerking met het Europees Stelsel van centrale banken en de SSM-instellingen, alsook met de andere EU-instellingen, -organen en ‑instanties. Wat betreft de TARGET-diensten[23] – die het vrije verkeer van contanten, effecten en onderpand in heel Europa mogelijk maken – blijven de nationale centrale banken (NCB’s) waakzaam ten aanzien van de veiligheid en veerkracht van deze diensten. Ze houden nauwlettend toezicht op en geven gevolg aan eventuele bedreigingen. Er gelden strenge cyberbeveiligingsmaatregelen die regelmatig worden geëvalueerd. Indien nodig worden aanvullende maatregelen getroffen om de systemen afdoende te beschermen. Als onderdeel van de cyberweerbaarheidsstrategie voor financiëlemarktinfrastructuren (financial market infrastructures – FMI’s) heeft de ECB – samen met de nationale centrale banken van het eurogebied – meerdere initiatieven opgezet om de cyberweerbaarheid van de instellingen te vergroten, waarbij de centrale banken in hun hoedanigheid van toezichthouder of als katalysator optreden. Zo heeft de ECB het TIBER-EU-kader gecoördineerd en toegepast[24], waardoor op een gecontroleerde manier geavanceerde, diepgaande tests kunnen worden uitgevoerd. Bovendien heeft de ECB de instellingen waarop ze oversight houdt beoordeeld aan de hand van een reeks vereisten om hun cyberweerbaarheid voortdurend te verbeteren. Om publiek-private initiatieven over strategische cyberthema’s te bevorderen, heeft de ECB leiding gegeven aan de Euro Cyber Resilience Board (ECRB), een forum voor besprekingen tussen pan-Europese FMI’s, hun essentiële dienstverleners en overheidsinstanties. De ECRB heeft het Cyber Information and Intelligence Sharing Initiative opgezet om cyberinformatie te delen en best practices uit te wisselen. De ECB heeft ook deelgenomen aan besprekingen met andere beleidsmakers op EU- en internationaal niveau.

Wat betreft de monitoring van nieuwe soorten digitale activa, zoals crypto’s, en de daaraan verbonden risico’s op het gebied van cyberbeveiliging, witwaspraktijken, belastingfraude, terrorismefinanciering en andere criminele activiteiten die verband houden met de door crypto’s geboden anonimiteit, blijft de ECB de ontwikkelingen in het ecosysteem voor crypto’s nauwlettend volgen en de risico’s ervan beoordelen. De ECB blijft zich duidelijk uitspreken over de risico’s van crypto’s en medewerkers van de ECB hebben bijgedragen aan technische beleidsdiscussies over hoe dergelijke risico’s kunnen worden gemonitord.[25] Daarnaast heeft de ECB bijgedragen aan de monitoring en analyse van risico’s van crypto’s op EU- en internationaal niveau.[26] Als onderdeel van haar oversightfunctie volgt en houdt de ECB toezicht op betaalsystemen en -regelingen en monitort ze regelmatig activiteiten op het gebied van crypto’s. Een dergelijke monitoring omvat digitale betaaltokens die voor het eurogebied een bepaald significantieniveau hebben bereikt. Dit helpt de Europese toezichthoudende autoriteiten ook technische reguleringsnormen op te stellen om het nieuwe aangepaste regime voor cryptomarkten operationeel te maken in het kader van de voorgestelde verordening betreffende markten voor cryptoactiva. De ECB heeft de voltooiing van het nieuwe EU-kader ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering (AML/CFT) nauwlettend gevolgd en kijkt uit naar de oprichting van en nauwe samenwerking met de nieuwe AMLA-autoriteit (AMLA) in Frankfurt. De ECB is ook de besprekingen over de regulering van virtuele activa in de Financial Action Task Force nauwlettend blijven volgen. Ten slotte neemt de ECB deel aan verschillende internationale normeringsinstellingen. Zo blijft ze bijdragen aan de ontwikkeling van internationale standaarden om de risico’s van crypto’s en de providers ervan aan te pakken, met inbegrip van de risico’s die voortvloeien uit hun banden met de financiële sector.

6 Verantwoordingsplicht, transparantie en andere aspecten

Wat betreft het verzoek om door te gaan met het afleggen van verantwoording en voort transparantie te bieden: de ECB hecht groot belang aan haar verantwoording ten aanzien van het Europees Parlement en ze is van plan jaarlijks schriftelijk feedback te blijven publiceren op de resoluties over het Jaarverslag van de ECB. De verantwoordingsrelatie met het Europees Parlement is in de loop der tijd geëvolueerd als reactie op de vraag naar meer verantwoording en transparantie. De ECB is vastbesloten deze relatie verder te verfijnen om ervoor te zorgen dat ze effectief en geschikt blijft voor het beoogde doel. Als blijk van de constructieve relatie tussen de instellingen, hebben de ECB en het Parlement in 2023 een briefwisseling ondertekend waarin ze hun interactiepraktijken op het gebied van centraal bankieren hebben vormgegeven.[27] In het kader van die afspraken wil de ECB gedetailleerde feedback blijven geven op de resolutie van het Parlement over het Jaarverslag van de ECB over het voorafgaande jaar. De feedback wordt samen met het Jaarverslag van de ECB gepubliceerd op de website van de ECB. Dit onderstreept de verantwoordingsplicht en de transparantie-inspanningen van de Bank. Algemeen gesproken waardeert de ECB niet alleen de externe toetsing, maar ook de inzichten die ze opdoet door de uitwisselingen met het Europees Parlement. Daarnaast verwelkomt de ECB deze mogelijkheden om het beleid van de ECB effectiever toe te lichten aan gekozen vertegenwoordigers en aan de burgers. De ECB blijft ingaan op verzoeken om toetsing van het Europees Parlement en streeft ernaar de interacties met de parlementsleden te verbeteren, in overeenstemming met de bepalingen van het primaire EU-recht.

Met betrekking tot het verzoek om in het jaarverslag van de ECB een specifiek hoofdstuk te wijden aan hoe ze haar secundaire doelstellingen heeft geïnterpreteerd en hoe ze hiernaar heeft gehandeld, merkt de ECB op dat haar Jaarverslag 2023 een kader bevat waarin wordt uitgelegd hoe de secundaire doelstelling in aanmerking wordt genomen bij het monetair beleid van de ECB en haar rapportage-activiteiten. Zonder afbreuk te doen aan de doelstelling van prijsstabiliteit, houdt de Raad van Bestuur bij zijn monetairbeleidsbeslissingen rekening met overwegingen die verband houden met de secundaire doelstelling. Die secundaire doelstelling wordt expliciet erkend in de monetairbeleidsstrategie van de ECB. Dit werd ook opgemerkt in de feedbackverklaring naar aanleiding van de resolutie van het Europees Parlement over het Jaarverslag van de ECB voor 2021. Mits twee configuraties van het vastgestelde instrument in gelijke mate bevorderlijk zijn voor de prijsstabiliteit en niet nadelig zijn voor de prijsstabiliteit, kiest de Raad van Bestuur bij de aanpassing van zijn monetairbeleidsinstrumenten de configuratie die het algemene economische beleid in de Unie op het gebied van groei, werkgelegenheid en sociale inclusie het best ondersteunt en die, om bij te dragen tot de bredere doelstellingen van de Unie, de financiële stabiliteit beschermt en bijdraagt tot het beperken van de gevolgen van klimaatverandering. Het kader in het Jaarverslag voor 2023 geeft een nadere uitleg over hoe de ECB communiceert over haar activiteiten ten aanzien van de secundaire doelstelling. Dit onderwerp wordt behandeld tijdens de persconferenties van de ECB, in de verslagen van monetairbeleidsvergaderingen en in diverse andere publicaties. Tot slot gaat het kader dieper in op waar in het Jaarverslag de rapportage over monetairbeleidsbeslissingen en de onderliggende analyses voor de secundaire doelstelling te vinden zijn.

Wat betreft de verklaring over een betere inachtneming van de prerogatieven van het Europees Parlement in toekomstige benoemingsprocedures, met name met betrekking tot het SSM, bevestigt de ECB dat ze groot belang hecht aan de standpunten van het Europees Parlement en zijn rol in de benoemingsprocedure ten volle eerbiedigt. De selectieprocedure voor de voorzitter van de Raad van Toezicht van de ECB was zorgvuldig en transparant, met volledige inachtneming van alle relevante bepalingen. Op basis van deze procedure heeft de ECB een uiteindelijke kandidaat voorgedragen en het Europees Parlement heeft de kandidaat goedgekeurd. De procedure is vastgelegd in de GTM-verordening[28], het interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank over de praktische regelingen in verband met de uitoefening van democratische verantwoordingsplicht en toezicht op de uitoefening van de taken die in het kader van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM) aan de ECB zijn opgedragen,[29] en in het memorandum van overeenstemming tussen de Raad van de Europese Unie en de ECB betreffende de samenwerking inzake procedures met betrekking tot het GTM[30].

Wat betreft het verzoek om haar communicatie over de beleidsdoelstellingen van de centrale bank en de crisisrespons verder te verbeteren, streeft de ECB er voortdurend naar te innoveren en haar communicatie aan te passen aan een veranderend media- en communicatielandschap om haar boodschappen doeltreffend over te brengen. Vooral in een tijd waarin hogere prijzen een belangrijk punt van zorg zijn voor Europeanen, probeert de ECB contact te leggen met doelgroepen buiten de kring van experts. De ECB heeft via een verscheidenheid aan nieuwe formats gecommuniceerd om opnieuw de nadruk te leggen op haar kerndoelstelling om de inflatie weer omlaag te brengen. Recente gegevens – bijvoorbeeld in de Consumer Expectations Survey van de ECB – bevestigen dat televisie, radio en andere niet-gespecialiseerde media hiervoor belangrijke kanalen blijven.[31] Vertegenwoordigers van de ECB blijven zich daarom inspannen om in die media en elders aanwezig te zijn. Zo leggen we in het nieuwe ECB & You-format het ECB-beleid uit en vertellen we hoe de ECB heeft gereageerd op de recente inflatiestijging en wat de redenen zijn voor onze beslissingen. We richten ons op het bereiken van het bredere publiek en helpen bij het opbouwen van kennis en inzicht in het beleid en de doelstellingen van de ECB. Vooral in tijden van crisis blijft dergelijke informatieverschaffing een kernelement om het monetair beleid effectiever te maken en het vertrouwen in de centrale bank te bevorderen.

Met betrekking tot het voorstel om een intern evaluatiebureau op te richten om haar beleidsbeslissingen achteraf te beoordelen, hecht de ECB veel belang aan de hoogste normen van beleidsvorming en voert ze uitgebreide evaluaties uit van haar eigen analyses en besluiten. De ECB voert doorlopend gerichte evaluaties van haar beleid uit. Zo heeft de Raad van Bestuur op 13 maart 2024 een herziening afgerond van het operationele raamwerk voor het sturen van de korte rente.[32] Bovendien voerde de ECB in 2003 en opnieuw in 2020-2021 strategische evaluaties uit. Een brede dwarsdoorsnede van de organisatie was betrokken bij de evaluatie van de vervulling van de monetairbeleidsstrategie. Daarnaast was in 2020-2021 ook het publiek betrokken. Zoals in 2021 aangekondigd, is de ECB voornemens in de toekomst periodiek evaluaties van haar monetairbeleidsstrategie uit te voeren. De volgende evaluatie zal naar verwachting in 2025 plaatsvinden. Daarnaast wordt de ECB onderworpen aan een breed scala aan externe, ad hoc of systematische evaluaties achteraf door academici, niet-gouvernementele organisaties en andere instellingen. Er wordt dus voortdurend gesproken en overlegd over de vormgeving en de toepassing van het monetair beleid. Die evaluatie vindt plaats in academische papers, waaronder die welke zijn opgesteld vóór de reguliere monetaire dialogen in de ECON-commissie. Ook wordt erover gesproken op conferenties georganiseerd door de ECB of externe partijen. De ECB zal doorlopend blijven nagaan hoe de evaluatie achteraf van haar beleid kan worden verbeterd. Het doel is ervoor te zorgen dat die beoordeling aansluit bij de best practice onder centrale banken.

Wat betreft het verzoek om de internationale rol van de euro te versterken met als doel de aantrekkelijkheid ervan als reservevaluta te vergroten, bevestigt de ECB dat de internationale rol van de euro in de eerste plaats wordt ondersteund door een diepere en meer volledige Economische en Monetaire Unie (EMU), met inbegrip van de bevordering van de kapitaalmarktenunie en de voltooiing van de bankenunie, in het kader van het streven naar een gezond economisch en begrotingsbeleid in het eurogebied. De ECB benadrukt dat verdere inspanningen nodig zijn om de EMU te voltooien en ze ondersteunt dit beleid. Verdere bevordering van de Europese economische en financiële integratie is een verantwoordelijkheid van de medewetgevers. Het zal van cruciaal belang zijn de veerkracht van de internationale rol van de euro in een potentieel meer gefragmenteerde wereldeconomie te vergroten. Sterke economische fundamentals, waaronder houdbare schuldniveaus, zijn belangrijke determinanten van internationale valuta’s. De wereldwijde aantrekkingskracht van een munt hangt in belangrijke mate af van voorspelbaarheid en stabiliteit. Tegelijkertijd is de inflatie ook van belang voor de internationale muntstatus. De ECB blijft zich inzetten voor het handhaven van prijsstabiliteit op de middellange termijn. De ECB blijft de internationale rol van de euro volgen en haar analyse publiceren in daarmee verband houdende rapporten.[33]

7 Institutionele aangelegenheden van de ECB

In antwoord op het verzoek om haar werkzaamheden ter versterking van gelijke kansen voor alle genders in haar organisatie voort te zetten, benadrukt de ECB dat ze zich inzet voor het verbeteren en in stand houden van een groter genderevenwicht binnen de bank en tegelijkertijd diversiteit en inclusie in alle verscheidenheid omarmt. De afgelopen jaren heeft de ECB haar strategische focus op genderdiversiteit behouden door middel van een speciale genderstrategie 2020-2026 met genderdoelstellingen tot 2026.[34] Eind december 2023 bleef de samenstelling van het personeelsbestand van de ECB naar gender relatief evenwichtig, waarbij 46% van de werknemers vrouw was en 54% man. Het aandeel vrouwen bedroeg 39% in het hoger management en 33% in het hele management. Dit is met name van belang voor het creëren van rolmodellen en mentoringmogelijkheden. De kloof tussen mannen en vrouwen op het niveau van deskundigen en teamleiders bleef een uitdaging, waarbij respectievelijk slechts 43% en 36% vrouw is. Op het niveau van analisten is het aandeel vrouwen blijven groeien en 56% van deze functies wordt bekleed door vrouwen. Hierdoor is de pool van vrouwelijk talent dat in aanmerking komt voor promotie verder vergroot. Er is een aantal maatregelen genomen om gelijke kansen te waarborgen voor alle genders en vele andere dimensies van de menselijke identiteit. Deze maatregelen omvatten inclusieve functiebeschrijvingen, diverse wervingspanels, gerichte contacten met ondervertegenwoordigde talenten op specifieke loopbaanbeurzen,[35] een speciale beurs voor vrouwen en het Women’s Leadership Programme. Daarnaast biedt de ECB medewerkers mentoringprogramma’s aan met de keus om zich specifiek te richten op bepaalde diversiteitsdimensies, flexibele werkregelingen, en toegankelijkheid en redelijke voorzieningen voor collega’s met verschillende vaardigheden. Om deze maatregelen verder te ontwikkelen en uit te voeren, werken de ECB en haar HR-afdeling samen met diversiteitsambassadeurs uit verschillende organisatie-eenheden en een door medewerkers geleid diversiteitsnetwerk. De ECB wil haar genderdiversiteitsstrategie blijven uitvoeren en daarbij diversiteit en inclusie vanuit een alomvattend perspectief omarmen. Hiermee wordt beoogd alle collega’s in staat te stellen hun volledige potentieel te benutten.

Grafiek 1

Onze medewerkers en trainees naar gender

(in procenten van het personeelsbestand naar salarisschaal)

Bron: Gegevens van de ECB per 31 december 2023 voor vaste medewerkers en medewerkers met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur.

Wat betreft het verzoek om haar ethisch kader regelmatig te herzien, bevestigt de ECB dat dit haar praktijk is. De ECB roept in herinnering dat het ethisch kader voor ECB-personeel momenteel wordt herzien naar aanleiding van de uitbreiding van de ethische richtsnoeren voor het Eurosysteem en het SSM.[36] Deze herziening is erop gericht de regels voor het personeel van de ECB in overeenstemming te brengen met de meest recente gedrags- en integriteitsnormen, zoals opgenomen in de bovengenoemde richtsnoeren. Zodra de lopende herziening van het ethisch kader voor ECB-personeel is afgerond, zal de ECB het Europees Parlement van de resultaten daarvan op de hoogte brengen. De ECB merkt op dat sinds 1 januari 2023 hoge ambtenaren van de ECB onderworpen zijn aan uitgebreidere regels voor financiële privétransacties.[37] De nieuwe regels vormen een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de vorige regeling door aanvullende waarborgen te bieden en regelmatig toezicht op de naleving ervan. Ze zorgen er dan ook voor dat de ECB een van de leidende instellingen blijft voor goed gedrag en integriteit in Europa en internationaal.

Met betrekking tot de oproep van de resolutie aan de ECB om haar interne klokkenluidersregeling in overeenstemming te brengen met de klokkenluidersrichtlijn van de EU, merkt de ECB op dat de richtlijn gericht is tot de EU-lidstaten en van toepassing moet zijn wanneer ambtenaren en andere personeelsleden van de Unie schendingen melden die zich voordoen in een werkgerelateerde context, buiten hun arbeidsverhouding met de instellingen, organen of instanties van de Unie om.[38] Niettemin is de klokkenluidersregeling van de ECB[39], zoals eerder vermeld[40], volledig in overeenstemming met de beginselen van de richtlijn. De regeling biedt zowel een gebruiksvriendelijk instrument dat anonieme meldingen mogelijk maakt, als strenge regels om klokkenluiders te beschermen tegen represailles. In de loop van 2023 – het derde volledige jaar dat de tool in gebruik is – werd meer dan de helft van de klokkenluiderszaken op deze manier bij de ECB gemeld, meestal anoniem.

  1. De tekst van de aangenomen resolutie is beschikbaar op de website van het Europees Parlement.

  2. De afsluitingsdatum voor de opstelling van deze feedbackverklaring was 27 maart 2024.

  3. Zie Estimates of the natural interest rate for the euro area: an update, Economic Bulletin, Nummer 1, ECB, 2024.

  4. Zie Feedback op de punten die het Europees Parlement aanvoert in zijn resolutie over het Jaarverslag 2021 van de ECB.

  5. Zie An overview of the ECB’s monetary policy strategy op onze website.

  6. Zie analyses van ECB-medewerkers bijvoorbeeld Ciccarelli et al., The ECB Blog, ECB, 5 juli 2023 en Ciccarelli et al., Occasional Paper Series, nr. 344, ECB, 2024, voor een recente evaluatie van de manier waarop de ECB macro-economische modellen gebruikt voor het uitvoeren van economische projecties.

  7. Voor een bespreking van de resultaten van recente ECB-projecties, zie What explains recent errors in the inflation projections of Eurosystem and ECB staff?, Economic Bulletin, Nummer 3, ECB, 2022.

  8. Zie The role of demand and supply in underlying inflation – decomposing HICPX inflation into components, Economic Bulletin, Nummer 7, ECB, 2022.

  9. Zie de Financial Stability Review, ECB, november 2023.

  10. De kwaliteit van de bankactiva is ook een belangrijk onderwerp voor ECB-Bankentoezicht. Zie het antwoord van de ECB op de resolutie van het Europees Parlement ‘Resolutie over de bankenunie – Jaarverslag 2023’ voor een gedetailleerd overzicht van de toezichtsinitiatieven die de ECB op dit gebied heeft genomen.

  11. Uit onderzoek van ECB-medewerkers is bijvoorbeeld gebleken dat de extreem warme zomer van 2022 de inflatie van de voedselprijzen in het eurogebied na twaalf maanden met 0,8% heeft doen toenemen. Zie Kotz, M., Kuik, F., Lis, E., en Nickel, C., The impact of global warming on inflation: averages, seasonality and extremes, Working Paper Series, Nr. 2821, ECB, mei 2023.

  12. Een analyse van de macro-economische effecten van het transitiebeleid, met inbegrip van een beoordeling van het effect van een groen discretionair begrotingsbeleid op de bbp-groei en de inflatie, werd begin 2024 gepubliceerd. Zie Assessing the macroeconomic effects of climate change transition policies, Economic Bulletin, Nummer 1, Kader 4, ECB, 2024.

  13. Zie Klimaat- en natuurplan 2024-2025 in een notendop.

  14. Zie ECB presenteert actieplan om klimaatverandering in aanmerking te nemen bij haar monetairbeleidsstrategie, persbericht, ECB, 8 juli 2021.

  15. Voor meer informatie over dit besluit over surpluspercentages op onderpand, zie Beslissingen van de Raad van Bestuur van de ECB, ECB, oktober 2023.

  16. Zie Wijzigingen in het operationele raamwerk voor de implementatie van het monetair beleid, Verklaring van de Raad van Bestuur, ECB, 13 maart 2024.

  17. De NGFS-werkstroom over scenario-ontwerp en -analyse produceert breed erkende klimaatscenario’s, die worden gebruikt door centrale banken, toezichthouders en de financiële sector. Tegelijk met de actualisering van langetermijnscenario’s is het NGFS begonnen met de opstelling van kortetermijnscenario’s. Die zullen gericht zijn op potentieel ernstige klimaatrisico’s op korte termijn en kunnen worden gebruikt voor klimaatstresstests en soortgelijke oefeningen.

  18. Zie Faster green transition would benefit firms, households and banks, ECB economy-wide climate stress test finds, persbericht, ECB, 6 september 2023.

  19. In 2022 heeft de ECB in samenwerking met andere instellingen van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) en het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (SSM) een interinstitutioneel handvest over gelijkheid, diversiteit en inclusie ondertekend. Zie ECB introduceert handvest voor gelijkheid, diversiteit en inclusie, persbericht, ECB, 26 juli 2022.

  20. Zie Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro, Europese Commissie, COM/2023/369 final, 28 juni 2023; Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake eurobankbiljetten en -munten als wettig betaalmiddel, Europese Commissie, COM/023/364 final, 28 juni 2023; en ECB welcomes European Commission legislative proposals on digital euro and cash, persbericht, ECB, 28 juni 2023.

  21. De contantgeldstrategie van het Eurosysteem moet waarborgen dat contant geld ruim beschikbaar en geaccepteerd blijft als betaal- en waardeopslagmiddel.

  22. Voor meer informatie over de voortgang van het project voor een digitale euro, zie het rapport A stocktake on the digital euro, ECB, 18 oktober 2023 en Waarborgen van de vrijheid om een publiek betaalmiddel te gebruiken: achter de schermen bij de voorbereidingsfase van de digitale euro, inleidende verklaring door Piero Cipollone voor de Commissie economische en monetaire zaken van het Europees Parlement, Brussel, 14 februari. Zie ook het Advies van de Europese Centrale Bank van 31 oktober 2023 inzake de digitale euro (CON/2023/34) (PB C, C/2024/669, 12.1.2024).

  23. Door het Eurosysteem ontwikkelde en geëxploiteerde diensten die zorgen voor het vrije verkeer van contanten, effecten en onderpand in heel Europa.

  24. TIBER-EU is een Europees raamwerk, waarbij TIBER staat voor Threat Intelligence Based Ethical Red-teaming. Dit raamwerk voorziet in begeleiding over hoe autoriteiten, instellingen en cybersecuritybedrijven kunnen samenwerken om de cyberweerbaarheid van instellingen te testen en te verbeteren door gecontroleerde cyberaanvallen uit te voeren. Zie What is TIBER-EU?.

  25. Medewerkers van de ECB gaven een toelichting aan het statistical forum 2023 van het IMF over de gegevensreeks over crypto’s van de ECB en de indicatoren die ze gebruikt voor de regelmatige monitoring van cryptoactiviteiten en belangrijke cryptospelers. Zie ook Paradise lost? How crypto failed to deliver on its promises and what to do about it, toespraak door Fabio Panetta op de 22e BIS Annual Conference, 23 juni 2023, voor meer informatie over de monitoring van crypto’s door de ECB.

  26. Voorbeelden hiervan zijn Crypto-assets and decentralised finance, ESRB, 2023, EU Non-bank Financial Intermediation Risk Monitor 2023, ESRB, 2023, The Financial Stability Risks of Decentralised Finance, Financial Stability Board (FSB), 2023 en The Financial Stability Implications of Multifunction Crypto-asset Intermediaries, FSB, 2023.

  27. Zie Briefwisseling tussen de ECB en het Europees Parlement over structurele interactie op het gebied van centraal bankieren op de website van de ECB.

  28. Zie Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).

  29. Zie het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank over de praktische regelingen in verband met de uitoefening van democratische verantwoordingsplicht en toezicht op de uitoefening van de taken die in het kader van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme aan de Europese Centrale Bank zijn opgedragen (PB L 320, 30.11.2013, blz. 1).

  30. Zie het Memorandum of Understanding (memorandum van overeenstemming) van 11 december 2013 tussen de Raad van de Europese Unie en de ECB betreffende de samenwerking inzake procedures met betrekking tot het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (SSM) (MOU/203/12111).

  31. Zie bijvoorbeeld Credibility gains from communicating with the public: evidence from the ECB’s new monetary policy strategy, Working Paper Series, nr. 2785, ECB, februari 2023.

  32. Zie ECB kondigt wijzigingen aan in het operationele raamwerk voor de implementatie van het monetair beleid, persbericht, ECB, 13 maart 2024.

  33. Zie The international role of the euro, ECB, juni 2023.

  34. Zie ECB announces new measures to increase share of female staff members, persbericht ECB, 14 mei 2020.

  35. Zie Diversity Networks op de website van de ECB.

  36. Zie Richtsnoer (EU) 2021/2253 van de Europese Centrale Bank van 2 november 2021 tot vaststelling van beginselen van een ethisch kader voor het Eurosysteem (ECB/2021/49) (herschikking), (PB L 454, 17.12.2021, blz. 7) en Richtsnoer (EU) 2021/2256 van de Europese Centrale Bank van 2 november 2021 tot vaststelling van de beginselen van een Ethisch Kader voor het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (ECB/2021/50) (herschikking), (PB L 454 van 17.12.2021, blz. 21).

  37. Zie ECB publishes enhanced rules for private financial transactions of high-level officials, persbericht, ECB, 16 december 2022.

  38. Zie Overweging 23 van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van 26.11.2019, blz. 17).

  39. Zie Feedback op de punten die het Europees Parlement aanvoert in zijn resolutie over het Jaarverslag 2021 van de ECB.

  40. Zie het Besluit van de Europese Centrale Bank van 20 oktober 2020 tot wijziging van het personeelsstatuut van de Europese Centrale Bank wat betreft de invoering van een klokkenluidersinstrument en een betere bescherming van klokkenluiders (ECB/2020/NP37) en Besluit (EU) 2020/1575 van de Europese Centrale Bank van 27 oktober 2020 betreffende de beoordeling en opvolging van via het klokkenluidersinstrument gemelde informatie over inbreuken waarbij een hoge ambtenaar van de Europese Centrale Bank is betrokken (ECB/2020/54), (PB L 359, 29.10.2020, blz. 14).