Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
Christine Lagarde
The President of the European Central Bank
Luis de Guindos
Vice-President of the European Central Bank
  • VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID

PERSCONFERENTIE

Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB

Frankfurt am Main, 15 december 2022

Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.

De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 50 basispunten te verhogen en we verwachten deze, op basis van de aanzienlijke opwaartse bijstelling van de inflatievooruitzichten, verder te verhogen. In het bijzonder zijn we van oordeel dat de rentetarieven nog aanzienlijk in een gestaag tempo zullen moeten stijgen om een peil te bereiken dat restrictief genoeg is om een tijdige terugkeer van de inflatie naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn te verzekeren. Door de rentetarieven op een restrictief peil te houden wordt de vraag getemperd en zal de inflatie na verloop van tijd afnemen. Dit zal ook bescherming bieden tegen het risico van een aanhoudende opwaartse verschuiving van de inflatieverwachtingen. Onze toekomstige rentebesluiten zullen gebaseerd blijven op data en een benadering per vergadering volgen.

De basisrentetarieven van de ECB zijn ons belangrijkste instrument om de monetairbeleidskoers te bepalen. De Raad van Bestuur heeft vandaag ook beginselen besproken voor de normalisering van de in het kader van het monetair beleid aangehouden effectenportefeuilles van het Eurosysteem. Vanaf begin maart 2023 zal de portefeuille van het programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme – APP) in een gelijkmatig en voorspelbaar tempo afnemen, aangezien het Eurosysteem niet alle aflossingen op effecten die de vervaldatum hebben bereikt zal herinvesteren. Tot het einde van het tweede kwartaal van 2023 zal de afname gemiddeld € 15 miljard per maand bedragen en het daaropvolgende tempo zal mettertijd worden bepaald.

Bij de vergadering van februari zal de Raad van Bestuur de gedetailleerde parameters voor de vermindering van de APP-portefeuilles bekendmaken. De Raad van Bestuur zal het tempo van de vermindering van de APP-portefeuille regelmatig opnieuw beoordelen om consistent te blijven met de algemene monetairbeleidsstrategie en -koers, om de marktwerking te vrijwaren en om de geldmarktverhoudingen op korte termijn strikt te blijven beheersen. Tegen eind 2023 zullen we ook ons operationele kader voor het sturen van de korte rente evalueren. Dit zal informatie opleveren in verband met het eindpunt van het normaliseringsproces van de balans.

We hebben vandaag besloten de rentetarieven te verhogen, en verwachten ze aanzienlijk verder te verhogen, omdat de inflatie nog steeds veel te hoog is en naar verwachting te lang boven onze doelstelling zal blijven. Volgens de flashraming van Eurostat bedroeg de inflatie in november 10,0%, iets minder dan de 10,6% van oktober. De daling was voornamelijk het resultaat van de lagere energieprijsinflatie. De voedselprijsinflatie en de onderliggende prijsdruk in de economie zijn toegenomen en zullen enige tijd aanhouden. In het licht van de uitzonderlijke onzekerheid hebben de medewerkers van het Eurosysteem hun inflatieprojecties aanzienlijk naar boven bijgesteld. Ze verwachten nu dat de gemiddelde inflatie in 2022 uitkomt op 8,4% en in 2023 terugloopt tot 6,3%, waarbij de inflatie naar verwachting aanmerkelijk afneemt in de loop van het jaar. Daarna zal de inflatie volgens de projecties gemiddeld 3,4% bedragen in 2024 en 2,3% in 2025. De inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen zou naar verwachting gemiddeld 3,9% bedragen in 2022 en stijgen tot 4,2% in 2023, om daarna terug te lopen tot 2,8% in 2024 en 2,4% in 2025.

De economie van het eurogebied kan in het huidige en volgende kwartaal krimpen als gevolg van de energiecrisis, grote onzekerheid, de verzwakkende mondiale economische bedrijvigheid en krappere financieringsvoorwaarden. Volgens de meest recente projecties van medewerkers van het Eurosysteem zou een recessie relatief kort en mild zijn. Toch is de groei naar verwachting volgend jaar gematigd en ten opzichte van de vorige projecties aanzienlijk naar beneden bijgesteld. Op iets langere termijn zal de groei zich volgens de projecties herstellen naarmate de huidige negatieve factoren verdwijnen. Over het geheel genomen duiden de door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde projecties er nu op dat de economie met 3,4% groeit in 2022, met 0,5% in 2023, met 1,9% in 2024 en met 1,8% in 2025.

De vandaag genomen besluiten worden uiteengezet in een persbericht op onze website.

Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze beoordeling van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.

Economische bedrijvigheid

De economische groei is in het derde kwartaal van vorig jaar vertraagd tot 0,3%. Hoge inflatie en krappere financieringsvoorwaarden temperen de bestedingen en de productie doordat de reële inkomens van de huishoudens afnemen en de kosten voor bedrijven omhooggaan.

Ook de mondiale economie vertraagt, als gevolg van aanhoudende geopolitieke onzekerheid, vooral vanwege de ongerechtvaardigde oorlog van Rusland tegen Oekraïne en zijn bevolking, en krappere financieringsvoorwaarden wereldwijd. De voorbije verslechtering van de ruilvoet, als gevolg van een snellere prijsstijging bij de invoer dan bij de uitvoer, blijft de koopkracht in het eurogebied drukken.

Positief is dat de werkgelegenheid in het derde kwartaal met 0,3% gestegen is en dat de werkloosheid in oktober een nieuw historisch dieptepunt van 6,5% heeft bereikt. De stijgende lonen zullen naar verwachting het koopkrachtverlies deels compenseren en de consumptie ondersteunen. Maar aangezien de economie verzwakt, zal de banencreatie waarschijnlijk vertragen en kan de werkloosheid de komende kwartalen stijgen.

Begrotingsmaatregelen om de economie te beschermen tegen het effect van hoge energieprijzen moeten tijdelijk en gericht zijn en mogen geen afbreuk doen aan prikkels om het energieverbruik te beperken. Begrotingsmaatregelen die niet aan deze principes beantwoorden zullen de inflatiedruk waarschijnlijk verergeren, wat een sterkere reactie van het monetair beleid noodzakelijk zou maken. Bovendien moet het begrotingsbeleid, in lijn met het EU-kader voor economische governance, erop gericht zijn onze economie productiever te maken en de hoge overheidsschuld geleidelijk terug te dringen. Maatregelen om de aanbodcapaciteit van het eurogebied te vergroten, met name in de energiesector, kunnen de prijsdruk op middellange termijn verminderen. Overheden moeten daarom spoedig werk maken van de uitvoering van de investerings- en structurele hervormingsplannen in verband met het Next Generation EU-programma. De hervorming van het EU-kader voor economische governance moet snel worden afgerond.

Inflatie

In november daalde de inflatie naar 10,0%, vooral als gevolg van een lagere energieprijsinflatie, terwijl ook de inflatie in de dienstensector licht terugliep. De voedselprijsinflatie steeg echter verder naar 13,6%, omdat de hoge inputkosten van de voedselproductie werden doorberekend in de consumptieprijzen.

De prijsdruk blijft sterk in alle sectoren, deels vanwege het effect van de hoge energiekosten in de hele economie. De inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen bleef in november onveranderd, op 5,0%, en ook andere maatstaven van de onderliggende inflatie zijn hoog. De budgettaire maatregelen om huishoudens te compenseren voor de hoge energieprijzen en de inflatie zullen de inflatie volgend jaar waarschijnlijk temperen, maar ook doen stijgen zodra ze worden beëindigd.

De knelpunten bij de toelevering nemen geleidelijk af, hoewel het effect ervan nog steeds bijdraagt aan de inflatie en met name de prijzen van goederen opdrijft. Hetzelfde kan gezegd worden van de opheffing van de coronamaatregelen: het effect van de inhaalvraag neemt af, maar stuwt de prijzen nog wel op, vooral in de dienstensector. De waardedaling van de euro dit jaar blijft ook doorwerken in de consumptieprijzen.

De loongroei trekt aan, ondersteund door een robuuste arbeidsmarkt en een inhaaleffect in lonen van werknemers ter compensatie van de hoge inflatie. Aangezien deze factoren waarschijnlijk zullen aanhouden, duiden de door medewerkers van het Eurosysteem opgestelde projecties op loonstijgingen die ruim boven het historisch gemiddelde liggen en de inflatie gedurende de hele projectieperiode doen toenemen. De meeste maatstaven van de inflatieverwachtingen voor de langere termijn bedragen momenteel circa 2%, hoewel verdere recente herzieningen van sommige indicatoren tot boven de doelstelling nauwlettend moeten worden gevolgd.

Beoordeling van risico's

De risico’s voor de economische groeivooruitzichten zijn neerwaarts gericht, met name op de korte termijn. De oorlog van Rusland tegen Oekraïne blijft een aanzienlijk neerwaarts risico voor de economie. Ook kunnen de kosten voor energie en voeding aanhoudend hoger blijven dan verwacht. Als de groei van de wereldeconomie sterker afzwakt dan we verwachten, kan dit een verdere rem zetten op de groei in het eurogebied.

De risico’s in verband met de inflatievooruitzichten zijn voornamelijk opwaarts gericht. Op korte termijn kan de bestaande druk in de prijsketen leiden tot sterkere stijgingen van de detailhandelsprijzen voor energie en voedingsmiddelen dan verwacht. Op middellange termijn zijn de risico's voornamelijk afkomstig van factoren zoals een aanhoudende toename van de inflatieverwachtingen boven onze doelstelling of hoger dan verwachte loonstijgingen. Daar staat tegenover dat een daling van de energiekosten of een verdere afname van de vraag zou leiden tot een lagere prijsdruk.

Financiële en monetaire omstandigheden

Naarmate we het monetair beleid verkrappen, wordt lenen duurder voor bedrijven en huishoudens. De bancaire kredietverlening aan bedrijven blijft robuust, omdat bedrijven obligaties vervangen door bankleningen en krediet gebruiken om de hogere productiekosten en investeringen te financieren. Huishoudens lenen minder vanwege de strengere kredietnormen, de hogere rente, verslechterende vooruitzichten voor de huizenmarkt en een lager consumentenvertrouwen.

Conform onze strategie voor het monetair beleid beoordeelt de Raad van Bestuur tweemaal per jaar grondig de samenhang tussen monetair beleid en financiële stabiliteit. Het klimaat voor de financiële stabiliteit is sinds onze laatste beoordeling van juni 2022 verslechterd vanwege een zwakkere economie en een stijgend kredietrisico. Daarnaast zijn de kwetsbaarheden bij overheden toegenomen door de zwakkere economische vooruitzichten en de zwakkere begrotingsposities. Krappere financieringsvoorwaarden zouden de opbouw van financiële kwetsbaarheden tegengaan en staartrisico’s voor de inflatie op middellange termijn verminderen, ten koste van een hoger risico van systeemstress en grotere neerwaartse risico’s voor de groei op de korte termijn. Bovendien kan de behoefte aan liquiditeit van niet-bancaire financiële instellingen de volatiliteit van de markt versterken. Tegelijkertijd beschikken de banken in het eurogebied over comfortabele kapitaalniveaus, wat helpt om de neveneffecten van een strakker monetair beleid op de financiële stabiliteit te verminderen. Het macroprudentieel beleid blijft de eerste verdedigingslinie bij het bewaren van de financiële stabiliteit en het aanpakken van kwetsbaarheden op middellange termijn.

Conclusie

Samengevat hebben we vandaag de drie basisrentetarieven van de ECB met 50 basispunten verhoogd en verwachten we, op basis van de aanzienlijk opwaarts herziene inflatievooruitzichten, deze verder te verhogen. In het bijzonder zijn we van oordeel dat de rentetarieven nog aanzienlijk in een gestaag tempo zullen moeten stijgen om een peil te bereiken dat restrictief genoeg is om een tijdige terugkeer van de inflatie naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn te verzekeren. Door de rente op een restrictief peil te houden wordt de vraag getemperd en zal de inflatie na verloop van tijd afnemen. Dit zal ook bescherming bieden tegen het risico van een aanhoudende opwaartse verschuiving van de inflatieverwachtingen. Bovendien zal de APP-portefeuille vanaf begin maart 2023 in een gelijkmatig en voorspelbaar tempo afnemen, aangezien het Eurosysteem niet alle aflossingen op effecten die de vervaldatum hebben bereikt zal aanwenden voor herinvesteringen.

Onze toekomstige rentebesluiten zullen gebaseerd blijven op data en per vergadering vastgesteld worden. We staan klaar om al onze instrumenten binnen ons mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie terugkeert naar onze inflatiedoelstelling op middellange termijn.

We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media